Zandkorrels en sterren

18 September 2022 - Preek - Hervormde Gemeente Oost

Te weten dat er aan wat er gebeurt vroeg of laat een einde zal komen, maakt moeilijke ervaringen draaglijk. Het tegenovergestelde is ook waar: moeilijke situaties kunnen onverdraaglijk worden wanneer ze eindeloos voelen. De meesten van ons weten helaas uit ervaring dat vreselijk verdriet meestal gepaard gaat met het gevoel dat deze ellendige toestand altijd zal voortduren. Dat we nooit over ons verlies heen zullen komen. Sara en Abraham vrezen dat het nooit over zal gaan. Een diepe vrees is dat. Ze hebben gezworven, ze hebben hun familie achtergelaten. En ze zijn aangekomen. In het land dat hun gewezen werd. Het land van belofte. Maar verder? Hoe het verder moet? Sara en Abraham hebben een probleem. Met hun toekomst. In het verhaal van de Bijbel is dat: er is geen kind. Nog steeds niet.



Meerdere keren, telkens weer probeert God Abraham en Sara aan te moedigen om geloof te houden, geloof in hun toekomst. Telkens weer, niet alleen in ons Schriftgedeelte van vandaag, maar ook eerder al en verderop ook weer. Het vertrouwen van Sara en Abraham, gebaseerd op hun levenservaring blijkt breekbaar, het geloof is klein.



Hoe kan dat beetje vertrouwen van Abraham en Sara versterkt worden? Wat kunnen we bedenken? Misschien zou ik denken aan de bekende dingen die je tegen elkaar zegt als je het ook niet precies weet. Aan zoiets als: ‘kop op, het leven door.’ Of speciaal voor Abraham en Sara: kijk eens wat jullie allemaal al bereikt hebben. Of zouden ze moeten denken aan iets voor later: aan een leven na de dood?



Nee, het is anders. God helpt Abraham en Sara, maar God helpt anders. ‘Kijk om je heen,’ zegt de Eeuwige. ‘Kijk naar wat voor de hand ligt.’ ‘Wie zie je daar aankomen? Wie is daar bij je? Wie zit er naast je?’ Er is altijd wel iemand die een beroep doet op jouw hulp, op jouw gastvrijheid. Er is altijd wel iemand op wie jij een beroep kunt doen. Zij zijn de stem van God. En zelfs als er niemand lijkt te zijn, zelfs dan wordt deze ervaring niet alleen ondergaan. Want er zijn veel meer mensen die alleen zijn. Op hetzelfde moment als jij dat bent. Kom, zegt God, kom, daarom als het donker is, en kijk dan naar buiten. Als het nacht is, kijk dan om omhoog naar de sterren. In al hun eindeloosheid zijn ze daar. De sterrenhemel is daar voor al die mensen die omhoog kijken, de sterren zijn er voor jou, zodat we begrijpen dat we horen bij een geheel, dat niemand kan overzien en niemand kan doorzien. Een geheel dat, als we die gedachte toelaten, ook een verblijfplaats is van God. Als het dag is, is er ook weer die stem, die zegt: kijk eens naar de zandkorrels op het strand aan de rand van de zee. Kun je ze tellen?

Onmogelijk kunnen we alles overzien. We kunnen niet eens overzien wat de gevolgen zijn van wat wij zelf doen of nalaten. In deze onmogelijkheid om alles te overzien, daarin is de verblijfplaats van God. In wat voor de hand ligt, in wat voorhanden is de verblijfplaats van God. De zandkorrels op het strand en de sterren aan de hemel tonen ons de verblijfplaats van God bij ons. In wie we ontmoeten, ontmoeten wij God. Het is een totaal-ervaring. Hier in ons midden verblijft God.



Stranddienst

Genesis 18, 1 – 15 en Genesis 22, 17