De deur?

30 April 2023 - Preek - Hervormde Gemeente Oost

Het gaat vanochtend in het evangelie van Johannes niet over iets waar u misschien bekend mee bent in de kerk – als het over schapen gaat – het gaat hier namelijk niet over de goede herder, maar over ‘de deur’. De deur, waardoor de herder de stal binnengaat. Het is deze deur waardoor ook de schapen naar buiten gaan, wanneer ze de stem van die herder horen. Hun herder volgen ze naar buiten, want ze kennen de stem. Maar het gaat hier dus niet over de herder. Het gaat dus over de deur.



Nu weet ik niet of u zich hier iets bij voor kunt stellen. En dan bedoel ik niet in de eerste plaats of je er in gedachten een voorstelling van kunt maken, van wat hier geschetst wordt. Ik bedoel te vragen of je enigszins kunt begrijpen wat de bedoeling, de diepere betekenis hiervan kan zijn van die deur van ‘Ik ben de deur.’ Dat is hier een voor de hand liggende vraag, omdat in het evangelie van Johannes wordt gezegd, dat toen Jezus dit aan zijn leerlingen verteld had, dat ze toen niet begrepen wat hij bedoelde met de gelijkenis, die hij had verteld. Gelijkenis, zo wordt het in onze Bijbel vertaald weergegeven. Waarschijnlijk kun je beter dit woord dat door Johannes gebruikt wordt hier niet vertalen met ‘gelijkenis’, maar met ‘raadsel’ of met ‘een verborgen manier van zeggen’. Dus, als we kennelijk te maken hebben met een raadsel, dan is het dus maar de vraag of je dit zo makkelijk en snel kunt begrijpen. Laten we elkaar daarom proberen te helpen.



Wat denkt u? Als iets met opzet niet op een rechtstreekse manier verteld wordt, maar op een geheimzinnige of verpakte manier van zeggen, dan heb je al je aandacht en vermogens nodig om er iets van te kunnen begrijpen. Het is niet voor niets dat het op deze manier verteld wordt, want het wordt kennelijk alleen maar duidelijk dankzij de sluier van het raadsel. Je moet dus beter opletten. Het gaat hier, kun je ook zeggen, het gaat hier over iets dat pas duidelijk wordt, als je er de tijd voor neemt om het tot je door te alten dringen. Het gaat hier iets langzamerhand duidelijk wordt. Dus je hoeft je niet te verbazen als je dacht: Waar gaat dit nu eigenlijk over? Waarschijnlijk kent u dat uit eigen ervaring ook wel. Heeft u ook die ervaring dat je soms eerst iets werkelijk niet begrijpt, terwijl, misschien pas jaren later, jou opeens geleidelijk aan duidelijk begint te worden wat er aan de hand is geweest. Er zijn kennelijk dingen waarvan de betekenis pas geleidelijk aan werkelijk voor ons ontsloten wordt. Zoals we op een bepaalde manier ook nog steeds bezig zijn met de verwerking van alles wat samenhangt met de tweede wereldoorlog. We hebben hier daarom te maken met iets dat niet vanzelf spreekt. Al je zintuigen heb je ervoor nodig om het op waarde te schatten. Om te proeven wat het eigenlijk is, dat deze tekst ons hier duidelijk probeert te maken. Laten we dat eens proberen te doen, de woorden proberen te proeven, de woorden die hier in dit gedeelte gebruikt worden. Daar gaan we. Schapen, dieven en rovers, een bewaker, vreemden, de stem van iemand kennen, van iemand zijn en je naam horen zeggen. De deur. De deur die ’s nachts de schapen bescherming biedt. De deur waardoor de schapen overdag naar buiten kunnen gaan. Johannes schrijft in zijn evangelie dat Jezus zegt: ‘Ik ben de deur voor de schapen.’

Wat zou daarmee bedoeld kunnen zijn? Nu is het zo dat het evangelie van Johannes een nieuwe vorm gevonden heeft om de betekenis van Jezus te laten zien. Een nieuwe vorm vergeleken met de andere evangeliën. Zeven keer komen in dit evangelie uitspraken van Jezus voor, waarin hij zegt: ‘Ik ben.’ Ik noem ze voor u op. ‘Ik ben het brood van het leven, ik ben het licht van de wereld, ik ben de deur, ik ben de goede herder, ik ben de opstanding en het leven, ik ben de weg, de waarheid en het leven, ik ben de ware wijnstok.’ Allemaal uitspraken, die je alleen in het Johannesevangelie kunt vinden. Het zijn zeven afbeeldingen, iconen kun je ook zeggen, waarmee Johannes op een bijna zichtbare manier duidelijk probeert te maken, wat op een andere manier kennelijk niet goed voor het voetlicht komt.



Kijk, als je met schapen bekend bent, dan weet je dat er bij een groep schapen er altijd eentje bij is die naar een uitweg zoekt. Je moet dus echt je best doen om het hek zo te maken, dat ze er bijvoorbeeld niet onderdoor kunnen, waardoor ze opeens aan de ander, aan de buitenkant van het hek staan. En misschien daardoor in de sloot vallen of op de weg raken. Met gevaar voor hun eigen leven. Maar er is ook ander gevaar. Er kunnen wolven zijn, die het op de schapen voorzien hebben. En als er geen wolven zijn, dan kunnen er ook mensen zijn, van wie de schapen te duchten hebben.



Ik denk niet dat het evangelie in essentie een soort zelfhulpboek is. En toch kan het je ook helpen om op een bepaalde manier in het leven te staan. Ik hoef u daarom waarschijnlijk niet te vertellen, dat je goed moet zijn voor anderen, dat je niet alleen voor jezelf moet leven, dat je niet stiekem moet denken dat je toch net iets beter bent dan de meeste andere mensen. (Of dat wij beter zijn dan de anderen) Maar het evangelie van Johannes in dit geval kan je wel helpen om, terwijl je probeert niet alleen voor jezelf te leven, helpen om te gaan met de moeilijkheden die je tegenkomt, terwijl je probeert goed te leven.



Als het evangelie van Johannes Jezus dan laat zeggen: ‘Ik ben de deur,’ dan combineert dit wee functies. Want een deur is bedoeld om er door heen te gaan. Een deur kan open. En een deur heeft ook als functie om bescherming te bieden. De deur kan op slot. ‘Ik ben de deur’ bevat daarom twee tegengestelde betekenissen. Ik denk daarom dat Johannes wil zeggen dat je door Jezus makkelijk naar buiten kunt. Want je vindt daarbuiten van alles wat je goed kan doen, waarvan je kunt genieten. Er is namelijk van alles, in de ruimte van Christus, waar je je voordeel mee kunt doen. Je kunt je opladen, je kunt inspiratie opdoen, je wordt aangemoedigd om je ogen, om zo te zeggen, wijd open te houden. Door de deur, in de woorden van het evangelie, kun je ‘in en uitlopen en weidegrond vinden.’ Of ‘leven in al z’n volheid.’ Je kunt goed proberen te doen. Je kwaliteiten te gebruiken. Of beter om te gaan met je zwakheden. Maar ook als het spannend wordt, als het je moeilijk gemaakt wordt, als je vreest dat je het niet goed gedaan hebt, vreest gefaald te hebben, als je weg door een donker dal gaat, als je op de huid gezeten wordt, dan kan geloven ook een soort beschutting bieden, een soort vertrouwen om als het nodig is je te helpen om tot jezelf te komen. ‘Ik ben de deur, wanneer iemand door mij binnen komt zal hij gered worden, hij zal in- en uitlopen en weidegrond vinden.’



Ik zei al: ik zie het evangelie niet als een recept voor een zo gelukkig mogelijk leven. Het gaat hier niet om geluk. Maar het gaat hier wel om wat, in de taal van het evangelie, wat het betekent als iemand je laat weten: ‘Ik ben de deur.’ Of zoals het evangelie van Johannes aan het begin, in het eerste hoofdstuk schrijft: ‘het licht schijnt in de duisternis. En de duisternis heeft het licht niet in haar macht gekregen.’



Johannes 10, 1 – 10 en Psalm 23