Kerk open

16 September 2020 - Nieuws - Hervormde Gemeente Oost

Kerk open

Het was een heel andere ‘kerkzomer’ dit jaar dan de jaren hiervoor. We hebben geen kerkdiensten gehouden, dan alleen online. Daarr zitten goede en minder goede kanten aan. In het ‘Vooraf’ heb ik daar iets van proberen aan te stippen. Hier wil ik op een ander aspect wijzen. Want op hetzelfde moment waren onze kerken vaker open dan ooit. De Meslânzer kerk deze zomer elke woensdag. In onze Sint Janskerk in Hoorn kon je zelfs elke dag naar binnen. Telkens van elf tot twaalf uur. Oók op zondag. Altijd was er een vrijwilliger aanwezig, die bezoekers de gelegenheid bood tot een gesprekje. Over hoe oud de kerk is. Of er nog diensten worden gehouden. Welke gemeente hier samenkomt. Hoe het op Terschelling is en hoe het bij hen thuis is. Over deze onderwerpen werd vaak gesproken. Soms waren er persoonlijke gesprekken. Op sommige momenten klonk er orgelspel. Kerkbezoekers konden de ruimte bekijken. Plaats nemen. En hun gedachten en gebeden laten gaan. Er waren ook eilanders die de kerk bezochten om even een praatje te maken.  

Splinter Chabot beschrijft in zijn roman ‘Confettiregen’ (Amsterdam, 2020) dat hij de kerk met vakantie associeert. Dat stamt uit zijn kindertijd. Elke zomer ging het gezin waarin hij opgroeide kamperen in Frankrijk. In een landelijke omgeving. Misschien ken je de sfeer wel. ‘Camping Municipal.’ Een landschap van rivieren met verspreid liggende, deels verlaten, dorpjes.  



‘In zo’n dorp gingen we altijd naar de plaatselijke kerk. Opvallend genoeg was die altijd goed onderhouden. Voor de Heilige Geest was het goed toeven daar, in die leeggelopen dorpen. Omdat we alleen in vakanties kerken bezochten – in de Nederland deden we dat nooit – associeerde ik het met een vakantiegevoel.  De geur van zonnebrandcrème, een geïrriteerde huid door de zwembroek die je al drie dagen aanhad en de kerk: dat was vakantie. Mama stak er altijd een kaarsje aan, voor iemand die was overleden of voor de terugreis. Voor de zekerheid, het hardnekkige geloof was bij mijn ouders nooit aanwezig geweest en bij ons als kinderen al helemaal niet.’

Sommige bezoekers van de kerk bleven deze zomer langere tijd zitten. Daarna staken ze een kaasje aan. Zichtbaar geëmotioneerd verlieten ze hierna de kerk. Ook een niet – hardnekkig geloof kan diep gaan.