Er moet licht komen

31 October 2020 - Nieuws - Hervormde Gemeente Oost

Er moet licht komen!

Het gedicht op de eerste bladzijde van de Bijbel wandelt alle dagen langs die we kennen. Het zijn er zeven. Meer dagen hebben we eenvoudigweg niet. Nog steeds niet. Op een van die dagen ben je ooit geboren. Op een van die dagen zullen we eens sterven. Of weten we inmiddels dat een van onze dierbaren gestorven is.

Dus dat de oude Bijbelschrijvers hun gedicht over de schepping structureerden aan de hand van de zeven dagen van de week is zo vreemd nog niet. Er zijn altijd dagen geweest. Dat was zo en zal zo zijn, dat ritme van nacht en dag. Zelfs als alles lijkt te veranderen als je afscheid hebt moeten nemen van iemand die je dierbaar is, blijft dat. Er is een orde die doorgaat. Die zich niks aantrekt van wat je hebt meegemaakt. ’s Ochtends wordt het weer licht.



In het gedicht over de schepping wordt op de eerste dag het licht gescheiden van de duisternis. Enkele dagen later, op de vierde dag, worden zon, maan en sterren geschapen. Het wordt verteld alsof God ze ophangt ‘als lampen aan het hemelgewelf.’ Zoals wij bijvoorbeeld kerstverlichting ophangen. ‘Het grootste licht voor de dag en het kleinere voor de nacht.’ Maar hé, is dat niet vreemd? Als op dag vier zon en maan opgehangen worden; waar komt het licht van de eerste dag dan vandaan? En van dag twee en drie? Dat licht dat er voor zorgde dat het ook op die dagen avond en morgen werd?

‘Er moet licht komen,’ zegt God op de eerste dag in het gedicht. Licht dat er dus eerder is dan zon en maan. Enkele dagen eerder. Er is licht dat fundamenteler is dan het licht van zon, maan en sterren. Er is, zoals we kunnen zingen, ‘licht dat nooit meer dooft.’ Het is licht dat schijnt in het duister, onafhankelijk van dag en nacht. Voor sommige mensen doet het licht van een kaarsje dat je aansteekt hieraan denken.

Ons leven krijgt orde door het ritme van dag en nacht, het ritme van avond en morgen. Het ritme structureert ons gewone leven, hoe heftig dat leven ook kan zijn door wat er een bepaalde dag of nacht ooit gebeurde. Maar wat er ook gebeurt, de orde van dag en nacht maakt onafscheidelijk deel uit van ons dagelijks leven. Hoe moeizaam dat leven misschien kan zijn. Het wordt toch weer avond en het wordt weer morgen. In dat vreemde leven van ons, waarin we alles meemaken. Dat merkwaardige leven van ons. Dat bijzondere, maar ook alledaagse leven van ons. Waarin het licht van dag en nacht ons volgens Genesis hoofdstuk 1 herinnert aan het licht dat aan alles vooraf gaat. Dat licht dat nooit meer dooft.

Ernst Zoomers